Door de onderwaardering van de Aboriginals en een totaal onbegrip voor hun levensstijl, kwam vanaf de jaren 1920 een beweging op gaan die de Aboriginals kinderen van hun ouders weghaalden en hen bij blanke pleeggezinnen onderbracht. Dit werd met name gedaan als bewezen kon worden dat één van de biologische ouders van het kind een niet-Aborginal was. Veel Aboriginal kinderen hebben op deze wijze het contact met hun familie verloren. Dit wordt als bijzonder ernstig gezien, omdat de familieband bij de Aboriginals van groot belang is. Anderen zeggen dat dit wel een goede zaak was. Zij zeggen dat hierdoor de rijkdommen van het land van de Aboriginals alleen door hen, de oorspronkelijke bewoners, gebruikt wordt op deze manier. De Aboriginal kinderen die op deze manier van hun familie werden weggenomen, worden ook wel the stolen generations genoemd.

Het gaat hierbij om duizenden kinderen van Aborigine afkomst. Men denkt hier nu anders over: in 2007 bepaalde het Hooggerechtshof in Australië dat een van deze Aboriginal kinderen (een man) een bedrag van 300.000,- Australische dollars moest worden uitgekeerd, vanwege het feit dat het niet terecht was iemand van zijn Aboriginal familie weg te halen. Men verwacht nu meer van deze rechtszaken.

Een ander gevolg van de gestolen generatie is het in 2006/2007 door de Australische overheid vastgestelde overdreven drankmisbruik onder deze Aboriginals in reservaten. De overheid verbood daarom in 2007 de verkoop van alcohol aan Aboriginals die in de reservaten leefden.

Op 13 februari 2008 biedt de Australische regering officieel haar excuses aan:

‘’ Voor de pijn, het lijden en het kwetsen van de gestolen generaties, hun nageslacht achtergebleven families en gemeenschappen zeggen wij sorry. Tegen moeders en vader, broers en zusters, voor het uiteenscheuren van families en gemeenschappen, zeggen wij sorry. En voor de onwaardige behandeling en vernedering van een trots volk met een trotse cultuur, zeggen wij sorry’’.